Nieuws item

Weerbarstig griepvirus

Farmaceuten moeten voor vaccin tegen H5N1 alles uit de kast halen

 

Een vaccin is het beste middel in de strijd tegen een pandemisch griepvirus. Bij uitbraak van zo?n wereldwijde epidemie biedt de jaarlijkse griepprik echter geen soelaas. De wens om bovendien voldoende doses voor de hele wereldbevolking te maken, is -zoals het er nu voorstaat- zeker geen haalbare kaart.

Het vogelgriepvirus H5N1, nummer 1 op de kandidatenlijst voor de volgende pandemie, heeft inmiddels de eerste slachtoffers gemaakt in het pas begonnen jaar. In Indonesië raakten vier mensen besmet, allen overleden aan de ziekte. Verontrustend is dat dit vooral kinderen en gezonde volwassenen betreft. Bovendien sterft op dit moment meer dan de helft van de patiënten bij wie besmetting wordt vastgesteld.

Het feit dat H5N1 steeds vaker bij mensen wordt aangetroffen, doet virologen vrezen voor een nieuwe pandemie die mogelijk tientallen miljoenen mensen het leven zal kosten. Het virus mag dan eigenlijk niet veel meer zijn dan een bundeltje eiwitten - de medische wetenschap staat nog vrijwel machteloos tegenover deze moordenaar.

Een vaccin is, zoals gezegd, het zwaarste geschut dat farmaceuten in stelling kunnen brengen tegen pandemische griep. Op dit moment is dat echter nog niet op grote schaal beschikbaar en een prik tegen het gewone griepvirus zal niet helpen bij opkomst van een nieuw type. De afgelopen jaren ontwikkelden verschillende producenten daarom proefvaccins tegen H5N1, maar de eerste testresultaten zijn niet hoopgevend. Zo is in vergelijking met de jaarlijkse griepprik veel meer virusmateriaal nodig voor het opwekken van een goede afweerreactie en biedt een tweede injectie vaak pas voldoende bescherming.

Dit komt doordat het H5N1-virus nieuw is voor het menselijk lichaam, terwijl ieder die ouder is dan drie, vier jaar een keer gewone griep heeft gehad. Bij zo?n eerdere ?ontmoeting? heeft het lichaam afweer opgebouwd tegen het virus, waardoor het de ziekteverwekker bij een volgend contact sneller herkent en uitschakelt. Maar komt er een ander type griepvirus binnen, zoals H5N1, dan herkent het immuunsysteem dat niet. Het duurt in zo?n geval langer voordat het lichaam de ziekteverwekker opspoort en effectief bestrijdt.

Naastenliefde

Dat dit resulteert in de noodzaak van zowel een hogere dosering als dubbele vaccinatie is een probleem. ?Bij uitbraak van een pandemie loopt de hele wereldbevolking gevaar. Iedereen zou dus gevaccineerd moeten worden?, zegt dr. Han van den Bosch van Nobilon, een dochteronderneming van Akzo Nobel in Boxmeer.

Op dit moment is de jaarlijkse wereldwijde productie van de griepprik 350 miljoen doses. In elk spuitje zitten eiwitten van de twee typen influenza A die de ronde doen, H1N1 en H3N2, en van influenza B. Aangezien een pandemisch vaccin maar één type bevat zou het aantal beschikbare inentingen -uitgaande van dezelfde dosering- verdrievoudigen. Maar de noodzaak van een tweede prik voor volledige bescherming halveert het aantal weer, zodat uiteindelijk na één productieronde een half miljard mensen gevaccineerd kunnen worden. ?Met een wereldbevolking van 6 miljard is dan de vraag: wie gaat dat verdelen? Daar kunnen we nu wel mooie plannen voor maken, maar in tijden van nood is de internationale naastenliefde ver te zoeken. Landen die zelf vaccin produceren, zullen dan eerst aan hun eigen bevolking denken.?

Nu zou het vergroten van de productiecapaciteit een oplossing zijn voor dit probleem, maar farmaceuten bouwen geen fabrieken voor een pandemie die misschien komt, misschien ook niet. Het uitbreiden van de jaarlijkse productie door meer mensen de griepprik te geven, is wel een stap in de goede richting, meent Van den Bosch.

Neus

Een andere manier om meer spuitjes te kunnen vullen, is door toevoeging van een hulpstof of adjuvant. Deze stof prikkelt het afweersysteem, zodat eenzelfde immuunrespons ontstaat met een kleinere hoeveelheid virus. Veel producenten houden zich hiermee bezig, waaronder GlaxoSmithKline (GSK). ?H5N1 is een weerbarstige griepstam. Daarvoor moeten we alles uit de kast halen?, aldus drs. Rolf Remorie van GSK in Zeist. De eerste resultaten van deze farmaceut met nieuw adjuvantvaccin -waarvan het recept strikt geheim blijft- zijn goed. ?We kunnen de dosering met deze hulpstof terugbrengen tot 3,8 microgram viruseiwit. Na twee injecties bood het een even goede bescherming als de gewone griepprik, die 15 microgram van elke stam bevat.? Maar er zijn nog genoeg vragen te beantwoorden. ?Wat we nu bijvoorbeeld willen uitzoeken, is of er mensen zijn die na een eerste prik al voldoende afweer hebben tegen het H5N1-virus.?

Nobilon probeert de bescherming te verbeteren met een vaccin dat levend, afgezwakt griepvirus bevat. In Nederland is deze manier van inenten nieuw, maar in Rusland en Amerika heeft jarenlange ervaring geleerd dat het veilig is. ?Het virus is zo aangepast dat het bij temperaturen tot 25 graden Celsius groeit en geen ziekte kan veroorzaken?, zegt Van den Bosch. ?Na inhalatie kan het vaccinvirus zich een aantal keer vermenigvuldigen in de neus, waar het vrij koud is. Er ontstaat dan een goede immuunrespons. Zou het virus doordringen tot in de longen, dan kan zich het daar niet vermenigvuldigen, want de temperatuur is te hoog.?

Met het oog op de capaciteit wil de fabrikant het virus vermenigvuldigen met celkweek, in plaats van de gebruikelijke kippeneieren. ?De kweek in reactoren is makkelijk op te schalen, terwijl een kip maar één ei per dag blijft leggen. Ook zijn er minder zuiveringsstappen nodig, wat de productie versnelt.?

Ondanks alle energie, tijd en geld die Nobilon, GSK en andere bedrijven in de voorbereidingen voor een pandemie stoppen, staat voor Van den Bosch één ding vast: ?We hopen allemaal dat we de vaccins nooit hoeven te verkopen.?

?Veel onzekerheden?

Overheden kunnen besluiten niet alleen antivirale middelen, maar ook griepvaccins in grote aantallen op te slaan met het oog op een mogelijke pandemie. Het is echter maar de vraag hoe goed een slecht passend vaccin werkt.

Het griepvirus verandert voortdurend. Daarom moet de griepprik jaarlijks worden aangepast, wil deze effectief zijn.

Datzelfde geldt voor het H5N1-vogelgriepvirus, dat regelmatig slachtoffers maakt onder mensen. Niemand kan zeggen of, en zo ja wanneer, dit type een pandemie gaat veroorzaken. Laat staan dat iemand er uitspraak over kan doen hoe het er dan precies uitziet.

Deze onzekerheid zorgt ervoor dat eigenlijk niemand weet of het zin heeft om vaccins te maken aan de hand van H5N1-virussen die nu bij mensen worden aangetroffen, zogenaamde prepandemische vaccins. ?Er zijn heel veel onzekerheden?, stelt drs. Rolf Remorie van vaccinfabrikant GlaxoSmithKline.

Toch denkt hij dat een prepandemisch vaccin wel degelijk nut kan hebben. ?De bevolking kan dan bij uitbraak van een pandemie meteen worden ingeënt, terwijl de productie van een pandemisch vaccin zeker een halfjaar duurt. De prepandemische variant dient vooral om de verspreiding in te perken en de ernst van de ziekte te verminderen.?

Met datzelfde doel bestelde Nederland in 2005 antivirale middelen -in de vorm van Tamiflu- voor een derde van de bevolking. Ten aanzien van de prepandemische entstof is nog geen besluit genomen. Zwitserland bestelde vorig jaar als eerste een voorraad vaccin voor de hele bevolking.

bron: http://www.knipsel.nl/go.asp?artid=20706554&k=764&t=2