Nieuws item

Veranderingen in de neuskeelflora

 

Pneumokokken zijn als commensaal in de neuskeelholte onderdeel van een heel diverse populatie bacteriën met complexe onderlinge interacties en dynamiek. Behalve competitie tussen de verschillende bacteriële species, lijkt er ook binnen een species een interactie tussen de verschillende serotypen onderling.9 Hoewel het conjugaatvaccin dragerschap van de 7 vaccin serotypen laat dalen, verandert het totale pneumokokkendragerschap bij kinderen nauwelijks, omdat niet-vaccintypen tegelijkertijd opkomen.10,11 Historisch leken niet-vaccintypen pneumokokken minder betrokken bij invasieve pneumokokkenziekte en minder resistent tegen antibiotica. Daarom zijn zij lang beschouwd als meer onschuldige varianten. Echter, sommige niet-vaccin serotypen hebben wel degelijk een hoog invasieve potentie.12

Enige jaren na de implementatie van pneumokokkenconjugaatvaccin in de VS ziet men dan ook stijging van invasieve ziekten door diverse typen als 15, 33 en 19A.13-15 In omvang is deze stijging nog gering in vergelijking met de grote afname van invasieve infecties door de vaccin serotypen. Vooral serotype 19A laat echter een jaarlijks progressieve toename zien. De opkomende 19A-stammen zijn bovendien vaak antibioticaresistent en lijken een kapselswitch variant te zijn van oorspronkelijke (antibioticaresistente) bekende vaccintypen als 9V, 6B en 14.15 Of deze toename van 19A en de transformatie van vaccin serotypen naar niet-vaccin serotypen optreedt onder invloed van vaccinatie is onbekend. Een belangrijk gunstig effect van het conjugaatvaccin was ook het afnemen van antibioticaresistente pneumokokken welke voorheen vooral geassocieerd waren met de 7 vaccintypen.

De resistentie neemt echter nu ook toe onder de niet-vaccintypen, waarschijnlijk door meer expositie van koloniserende niet-vaccin typen aan antibiotica en aan de neuskeelflora waarbij resistentiegenen kunnen worden overgedragen.14 Hoewel pas enige jaren na grootschalige introductie van het conjugaatvaccin vervanging door niet-vaccin typen bij invasieve pneumokokken infecties opkomt, was dit effect al van meet af aan zichtbaar bij luchtweginfecties. Niet alleen liet vaccinatie bij otitis media een geringere afname van gemiddeld 57% zien van betrokkenheid van de vaccintypen, maar tegelijk een 33% toename van niet-vaccin typen.15 Het netto effect op otitis media was ook slechts een 6% afname van otitis media episoden. In post-marketing studies in de VS is aangetoond dat niet-vaccintypen als 19A en 6A een relatief groter aandeel in middenoorontstekingen innemen evenals andere bacteriën in de neuskeelholte als Haemophilus influenzae en Moxarella catarrhalis.16 Twee Nederlandse studies laten bovendien een potentiële interactie van vaccintypen pneumokokken met Staphylococcus aureus zien.

 

In een studie bij kinderen met recidiverende acute otitis media bleek vaccinatie met pneumokokkenconjugaatvaccin het aantal oorontstekingen niet te reduceren, maar bovendien werd een significante toename van Staphylococcus aureus in de middenoorvloeistof gevonden.17 Vervolgens bleek uit een studie bij 3000 jongeren tussen de 1 en 18 jaar een omgekeerde associatie tussen het voorkomen van Staphylococcus aureus en vaccintype pneumokokken in de neuskeelholte.18 Het is daarmee essentieel gebleken de effecten van conjugaatvaccinaties te monitoren op vervanging door niet-vaccintypen pneumokokken en andere pathogene bacteriën in de komende decaden.

 

bron: http://www.rivm.nl/infectieziektenbulletin/bul1710/art_neveneffecten.html

-------

kijk ook eens op http://www.onderzoekminoes.nl/