Qi of informatie
De Chinese geneeskunde onderscheidt zich van de Westerse op de eerste plaats door de idee dat de energie de materie voorafgaat en bestuurt. Hierin sluit de oude Chinese geneeskunde trouwens veel beter dan haar jonge zus aan op de moderne wetenschappelijke vaststelling dat de energie in werkelijkheid veel belangrijker is dan de materie. De energie of ?Qi? (spreek uit ?tchie? zoals in ?a-tchie!?) is dan ook het centraal studieobject van de Chinese geneeskunde, in tegenstelling met onze Westerse die voornamelijk de materie bestudeert.
Qi of energie is eigenlijk niets anders dan ?informatie?. De energie/informatie die nodig is om te leven wordt samengesteld uit de aangeboren erfelijke informatie enerzijds en uit de verworven informatie anderzijds, welke gehaald wordt uit ademhaling en voeding, waaronder ook affectieve, emotionele, intellectuele en spirituele ?voeding?. Al deze informaties worden getransformeerd, omgevormd tot eigen vitale Qi.
Alle functies van het menselijk lichaam worden bestuurd door deze vitale Qi, welke beweegt en transformeert. Beweging en transformatie zijn de fundamentele eigenschappen van het leven. De verschillende activiteiten van het leven worden uitgevoerd door deze vitale Qi, die verschillende namen krijgt naargelang zij verschillende functies vervult. Twee van de voornaamste van die levensfuncties worden waargenomen door de ?voedende Qi? en de ?verdedigende Qi?.
Immuniteit of Wei Qi
?Immuniteit?, een vrij recent begrip in onze moderne geneeskunde, is dus al eeuwenlang bekend in de Chinese geneeskunde als de verdedigende Qi of Wei Qi. Immuniteit of Wei Qi kan omschreven worden als de mogelijkheid van het individu om wat tot zichzelf behoort te onderscheiden van wat lichaamsvreemd is, om van dit laatste de bruikbare ?informatie? te onderscheiden van wat niet bruikbaar of schadelijk is, en om tenslotte het bruikbare binnen te laten en het andere te weren. Met andere woorden: de Wei Qi is verantwoordelijk voor de selectieve opname van informatie uit de buitenwereld.
Deze Wei Qi wordt volgens de Chinese geneeskunde - om een lang verhaal kort te maken - ter hoogte van de darmen aangemaakt onder controle van de milt, en door de long verdeeld over het lichaam. Traditioneel is het ter hoogte van het midden van het borstbeen dat deze Wei Qi de signatuur krijgt van het individu, d.w.z. dat het op die plaats leert onderscheid maken tussen wat eigen is en wat niet. De analogie is hier opvallend met de modern wetenschappelijke theorie over de functie van de thymusklier of zwezerik, gelegen achter het borstbeen, die gedurende de eerste jeugdjaren de immuniteit-leerschool is voor witte bloedcellen, welke na hun opleiding het diploma meekrijgen van Verdedigingscel van het Immuunsysteem, met de titel van T-lymfocyt.
De Wei Qi is uiteraard voornamelijk actief ter hoogte van de lichaamsdelen die in contact staan met de buitenwereld: de huid, maar ook ter hoogte van de longslijmvliezen (contact met buitenlucht) en de darmslijmvliezen (contact met het krioelende darmbacterievolkje). Als men weet dat die slijmvliezen soms maar uit één cellaag bestaan en dat die ene cellaag het bloed van de buitenwereld afscheidt, dan moet de Wei Qi vooral daar zeer waakzaam zijn. Het is dan ook meestal daar dat de eerste ziekteverschijnselen zich manifesteren bij aandoeningen van het immuunsysteem zoals bij Aids.
Strategie van de Wei Qi
De verdediging wordt in de Chinese geneeskunde strategisch voorgesteld als een leger, opgesteld in opeenvolgende fronten of energielagen, welke beurtelings de indringers moeten tegenhouden en uitstoten. Elke laag heeft een eigen specifieke taak in de verdediging. Zo zal de buitenste laag bijvoorbeeld meer gespecialiseerd zijn in het verdedigen tegen uitwendige koude en wind door lichaamswarmte aan te brengen (eventueel tot koorts toe) of door een zweetreactie uit te lokken. De volgende lagen zullen meer complexe mechanismen inschakelen wanneer de eerste verdedigers overmeesterd zijn. De laatste vesting verdedigt de schatkamer van de gezondheid: het bloed en de essentiële Qi (of Jing Qi, wat staat voor de energie van het merg, de hersenen en het zenuwstelsel en van de genitale producten sperma en eicel, met hun erfelijk materiaal).
Onder de ziekmakende factoren rekent de Chinese geneeskunde, naast externe (klimatologische ) invloeden en interne (emotionele) invloeden, nog een aparte categorie, half-intern, half-extern genoemd, waarbij voeding (en medicatie) behoren, maar ook kwetsuren, insekten- en slangebeten. Deze laatsten, de beten, hebben de bijzondere en gevaarlijke eigenschap doorheen alle verdedigingslagen heen toxische stoffen rechtstreeks in het bloed en de essentiële Qi af te geven. Het Wei Qi systeem wordt dus kortgesloten, zonder dat de verschillende defensielagen van het lichaam een kans krijgen te reageren.
Vaccinaties of slangebeten?
Gelukkig zijn in onze moderne samenleving slangebeten vrijwel verdwenen en worden wij in onze contreien slechts blootgesteld aan vrij ongevaarlijk insektengif. Helaas zorgde het mensenvernuft hier echter voor een arglistige variante: de injectie. Zolang de ingespoten stof als lichaamseigen kan beschouwd worden (zoals bij een baxter met fysiologische voeding) is er uiteraard geen probleem, maar in geval van lichaamsvreemde stoffen staan wij voor hetzelfde geval als bij de slangebeet: toxines bereiken rechtstreeks het bloed. Het systeem wordt ondersteboven aangepakt. De Wei Qi krijgt slechts in haar laatste verschansing een waterkansje om het spel mee te spelen!
Wat dan als een baby een vaccinatie-injectie krijgt? De klassieke Chinese medische teksten beweren dat de Qi van een kind nog niet ?rijp? is: zowel de voedende als de verdedigende Qi zijn bij het klein kind nog niet in staat om al hun functies perfect te vervullen. Daarom heeft een baby ook bijzondere voeding en bescherming nodig. In het begin heeft een baby nog geen ?ik?-bewustzijn, hij moet stilaan leren zichzelf te onderscheiden van de buitenwereld. Parallel aan de ontwikkeling van dit onderscheidingsvermogen en het ik-bewustzijn ontwikkelt zich de immuniteit. De moderne wetenschap bevestigt dat de thymus-leeractiviteit het meest intens is juist voor en juist na de geboorte maar zeer belangrijk blijft in de eerste levensjaren. Als de scholing voorbij is, bij geslachtsrijpe leeftijd, verschrompelt de thymusklier. Het kind heeft intussen zijn Wei Qi gevormd door op een natuurlijke manier ziekten door te maken. Door contact met vreemde elementen uit de buitenwereld leert de Wei Qi zijn lichaam schoon houden via verkoudheid, griep, verteringskwaaltjes, etc. Ook zijn interne toxines (die het kind bijvoorbeeld overhield van het foetale stadium, in de baarmoeder) elimineert het geleidelijk aan, wanneer het immuunstelsel daar rijp voor geworden is, op een natuurlijke wijze, via kinderziektes zoals mazelen, bof, rode hond, etc.
Sabotage van de opleiding
Gezien wat voorgaat is het tegenhouden van kinderziektes reeds onzin, het doen via vaccinatie is nog gekker: Een toxinespuitje dat het bloed rechtstreeks, en een onrijpe Wei Qi langs achteren aanvalt, kan niets anders dan verwarring zaaien in de thymusklas. Er kan moeilijk verwacht worden dat dit een natuurlijke versterking van het immuunsysteem bevordert. Integendeel ziet men soms het systeem in paniek raken (vaccinatieziektes) in een vruchteloze poging om de toxines terug uit te stoten of te vernietigen Wat er meestal gebeurt is dat de Wei Qi niet beter kan doen dan de verkeerde Qi/informatie a.h.w. ?in te vriezen? in de diepere verdedigingslagen waar het in latente toestand blijft sluimeren (verscholen toxines). Als dan later deze slapende hond wakker gemaakt wordt bij gelegenheid van een zwak moment, of door een nieuw spuitje, of door een andere ziekmakende invloed die te diep doordringt - wat des te makkelijker kan dat het immuunsysteem verkeerde lessen kreeg -, dan kan een van die vreemde moderne ziekten ontstaan, zoals bijvoorbeeld het post-viraal syndroom of het chronische vermoeidheidssyndroom, met aanslepende lage koortstoestanden, waarbij het immuunsysteem duidelijk niet meer weet waaruit of waarin. In de Chinese geneeskunde interpreteert men dit fenomeen als een reactie van de Wei Qi in een verkeerde verdedigingslaag. Niet verwonderlijk als zij verkeerd geschoold werd!
Tegenwoordig treft men meer om meer voorbeelden aan van verkeerd geschoolde Wei Qi: er zijn tal allergische toestanden, waarbij de Wei Qi overreageert op prikkels die slechts een matige reactie behoeven. Mensen krijgen eczeem door aanraking met huisdieren of huisstofmijten, gaan in schoktoestand na een wespesteek, krijgen een astma-aanval door het blootstellen aan pollen, etc. Auto-immuunziekten zijn hier het toppunt van: de Wei Qi herkent het eigen weefsel niet meer, beschouwt het als een indringer en tracht het te vernietigen. Zo ontstaan bepaalde vormen van reuma, bloedziekte, mergziekte, kanker ... Tenslotte staan de immuundeficiëntie ziekten zoals Aids en andere, waarbij de Wei Qi totaal uitgeput raakt, aan de top van de hit-parade der moderne ziekten.
Gezien vanuit de optiek van de Chinese theorieën over Wei Qi/immuniteit is de kans groot dat de inentingspolitiek van de voorbije decennia hier niet vreemd aan is.
Bruno Braeckman
beoefent acupunctuur te Gent sinds 1968, was tot 1996 vijftien jaar lang voorzitter van de Belgian Acupunctors Federation, hoofdredacteur van het wetenschappelijk tijdschrift voor Chinese geneeskunde Tian Dao en is nog steeds docent in de acupunctuuropleiding Jing Ming.