Nieuws item

Antwoorden op feiten en fabels RIVM

De door de NVKP hierna gegeven reactie op de stellingen en commentaren van het RIVM zijn gebaseerd op de gegevens zoals ze zijn opgenomen in het uitgebreide HPV-dossier van de NVKP. Dit dossier wordt regelmatig aangepast aan de hand van nieuwe informatie en is te downloaden voor een ieder op www.nvkp.nl. Alle uitspraken en beweringen zijn afkomstig van gerenommeerde wetenschappers en voorzien van de bronvermelding. De NVKP kan geen verantwoordelijkheid nemen voor beweringen en uitspraken van anderen.

 

FABEL: Een HPV-infectie kan helemaal geen kanker veroorzaken

 

FEIT: Een infectie kan wel degelijk kanker veroorzaken. Sterker nog, een langdurige HPV-infectie is een voorwaarde voor het krijgen voor baarmoederhalskanker. Degene die deze belangrijke ontdekking heeft gedaan (in de jaren zeventig) heeft daar onlangs de Nobelprijs voor ontvangen. Juist door deze ontdekking kon een vaccin tegen baarmoederhalskanker worden ontwikkeld. En daardoor worden nu meisjes in Nederland gevaccineerd.

 

Deze toelichting is geheel correct. Dit wordt door de NVKP ook niet bestreden. In tegendeel, zoals in ons HPV-dossier is terug te lezen. Echter, in de meeste uitingen van de overheid wordt gesteld dat het Humaan Papiloma Virus (HPV) kanker kan veroorzaken. En dat is niet het geval. Het virus kan alleen een infectie veroorzaken. In 90 % van de gevallen herstelt het lichaam dit zelf weer binnen de 6 tot 14 maanden. Het is het zeldzaam voorkomende onvermogen van het afweersysteem van vrouwen om de infectie de baas te worden die uiteindelijk kan leiden tot baarmoederhalskanker. Het HPV-vaccin voorkomt dan ook geen baarmoederhalskanker, zoals wordt gesuggereerd in de HPV-folder van het RIVM. Het voorkomt slechts de infectie voor deze 2 HPV-typen.

 

FABEL: Meisjes die al besmet zijn, lopen 44,6% meer kans op baarmoederhalskanker

 

FEIT: Meisjes die een HPV-infectie hebben, lopen niet méér kans op baarmoederhalskanker als ze gevaccineerd worden. Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Het percentage van 44,6% is afkomstig van de FDA (Amerikaanse registratieautoriteit). Op hun website wordt één onderzoek aangehaald, maar de studiegroepen uit dat onderzoek waren vóór de behandeling al niet gelijk. Dat wil zeggen dat je de controlegroep niet kunt vergelijken met de groep die HPV-vaccin (Gardasil®) kreeg. Het FDA heeft ook naar andere, goede onderzoeken gekeken. Daaruit blijkt dat je niet meer kans op baarmoederhalskanker krijgt door vaccinatie.

 

In 2007 is een document bekend geworden van de VRBPAC (Vaccine and Related Biological Products Advisory Committee) een commissie van de Food and Drug Administration (FDA). Dit document is gedateerd op 18 mei 2006 en geeft achtergrondinformatie over Gardasil. In tabel 17 van dit document wordt gesteld dat vrouwen die op het moment van vaccineren met Gardasil al een HPV-infectie hadden een verhoogde kans hadden van 44,6 % op het risico van CIN 2 of 3, de voorstadia van baarmoederhalskanker.

 

Met andere woorden: als je al een HPV-infectie hebt opgelopen en je wordt gevaccineerd met Gardasil, is de kans op het ontwikkelen van baarmoederhalskanker toegenomen met 44,6 %.

 

Dit is wat de studie aantoont en dat wordt ook niet door het RIVM weerlegd. Dat andere studies anders uitwijzen wil niet zeggen dat dit onderzoek daarom moet worden genegeerd. Omdat er in de studie sprake is van kleine aantallen proefpersonen is dit niet de meest voor de hand liggende conclusie. Maar om te beweren dat meisjes die een HPV-infectie hebben niet meer kans lopen op baarmoederhalskanker wordt dus niet gesteund door al het onderzoek. Vanwege het feit dat de FDA dit onderzoek noemt, zou het RIVM dit onderzoek niet mogen negeren, zoals zij in bovenstaand stuk wel lijken te doen

 

FABEL: Vaccinatie is niet nodig. Een HPV-infectie verdwijnt toch meestal vanzelf

 

FEIT: Een lichaam kan inderdaad in veel gevallen een infectie zelf bestrijden, ook een HPV-infectie. Maar helaas blijft het virus bij sommige meisjes sluimerend aanwezig. Een deel van die sluimerende infecties leidt na jaren tot veranderingen in de cellen van de baarmoederhals. Uiteindelijk kan dit overgaan in baarmoederhalskanker. Let wel, tussen de infectie en het ontstaan van baarmoederhalskanker zit meestal vijftien jaar of langer. Je kunt dus besmet zijn en pas jaren later ontdekken dat je baarmoederhalskanker hebt. Het HPV-vaccin kan dit voorkomen. Van te voren weet je niet bij wie een infectie tot baarmoederhalskanker leidt.

 

Professor Matthias Durst, kankeronderzoeker aan de universiteit van Jena stelt ook dat infectie met HPV nog geen kanker veroorzaakt. Volgens Durst zou tumorgroei pas na een genetische veranderingen in de chromosomen kunnen ontstaan. Derhalve is er geen bewijs dat het virus deze veranderingen veroorzaakt.

 

Moleculair biologen Peter Duesberg en Jody Schwartz van de University of California at Berkeley hebben in 1992 al vragen opgeroepen of HPV wel de veroorzaker is van baarmoederhalskanker. Volgens hen zijn de virussen slechts een indicator voor niet normale celdeling en niet de veroorzaker ervan. Ook het National Cancer Institute in de V.S. geeft toe dat er tot dusverre geen enkel onderzoek aantoont dat HPV de oorzaak is van het cervixcarcinoom.

 

De Amerikaanse FDA heeft in een persbericht van 31 maart 2003 laten weten dat de meeste HPV-infecties kortdurend zijn en geen relatie hebben met baarmoederhalskanker. In een rapport stelt de FDA dat niet het virus de veroorzaker is van de kanker, maar de chronische HPV-infectie leidt tot een verhoogde kans op baarmoederhalskanker.

 

Vaccineren is niet noodzakelijk. De winstcijfers die door de overheid worden genoemd zijn op overtuigende wijze aangevallen door diverse epidemiologen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van half september 2008. Het detecteren van een HPV-infectie is bovendien tegenwoordig heel eenvoudig. In plaats van de meisjes een vaccin aan te bieden zou het beter zijn om het bevolkingsonderzoek uit te breiden door meisjes en vrouwen de mogelijkheid te geven zich te laten testen op HPV. Daarmee zou het voorkomen van baarmoederhalskanker (en daarmee ook het aantal slachtoffers) ongetwijfeld belangrijk worden teruggedrongen vanwege de laagdrempeligheid van deze test.

 

 

Prof. Dr. D. Harper, directeur van het Gynaecologic Cancer Prevention Research Group van het Norris Cotton Cancer Center in Dartmouth Medical School in New Hampshire, wordt internationaal erkend als deskundige op het gebied van onderzoek naar de relatie tussen HPV en baarmoederhalskanker. Haar onderzoek is deels betaald door beide fabrikanten van Gardasil en Cervarix. Zij is van mening, dat het vaccineren van hele jonge meisjes met Gardasil een groot publiek gezondheidsexperiment is. Zij stelt dat vóór de vaccinatie meisjes dus eerst zouden moeten worden getest op HPV. Dit wordt voor hele jonge meisjes ongepast gevonden. Zijn meisjes wel besmet dan biedt de vaccinatie geen bescherming en is dus daarmee zonder nut.

 

De NVKP zou een groot voorstander zijn van onderzoek waarom bij sommige vrouwen de HPV-infectie niet door het afweersysteem wordt opgeruimd en bij andere vrouwen wel. Goede voorlichting over de bekende risicoverhogende factoren zou ook meer op zijn plaats zijn dan eenvoudigweg meisjes een vaccin aanbieden.

 

 

FABEL: Vitamine A en foliumzuur helpen net zo goed tegen een HPV-infectie

 

FEIT: Er is geen enkel wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat vitamine A en foliumzuur tegen een HPV-infectie helpen. Vaccinatie tegen HPV kan wel baarmoederhalskanker voorkomen.

 

Deze stelling is geen standpunt van de NVKP, maar van medisch research journaliste Désirée Röver. Deze uitspraak komt voort uit onderzoek dat zij heeft gedaan bij het schrijven van haar boek dat in Mei 2009 uitgegeven zal worden.

 

FABEL: Het vaccin kan onvruchtbaarheid en kanker veroorzaken

 

FEIT: Dit is niet waar. De verspreiders van deze fabel zeggen dat het vaccin de menselijke genetische structuur verandert waardoor meisjes onvruchtbaar worden of kanker met abnormale orgaanontwikkeling kunnen krijgen. Het vaccin bevat echter geen erfelijk materiaal van het HPV-virus, maar alleen eiwitdeeltjes. Het is dus onmogelijk dat de menselijke genetische structuur verandert door het vaccin.

 

Ook deze stelling is niet afkomstig van de NVKP.

 

FABEL: Het vaccin geeft vaak een anafylactische shock

 

FEIT: Voor vaccinaties in het algemeen geldt dat er een kans van 1 op de miljoen tot tien miljoen is, dat je meteen na een prik een acute reactie krijgt, ook wel anafylactische shock genoemd. Sinds 1962 houdt het RIVM bij of dit gebeurt en dat is nog nooit gemeld.

 

In de bijsluiter staat:

 

“gebruik Cervarix niet als de persoon die het vaccin krijgt toegediend allergisch (overgevoelig) is voor één van de werkzame bestanddelen of voor één van de andere bestanddelen van Cervarix. Als symptomen van de allergische reactie kunnen jeukende huiduitslag, kortademigheid en zwelling van de tong of het gezicht optreden.”

 

Een anafylactische shock zou zo’n allergische reactie kunnen zijn.

 

 

FABEL: Je kunt verlamd raken door het vaccin

 

FEIT: In sommige landen zouden meisjes meteen na de vaccinatie verlamd zijn geraakt. Na uitgebreid onderzoek bleek dat echter niet door de vaccinatie te komen. Soms krijgen mensen een bepaalde ziekte of aandoening. Dat kan bij toeval gebeuren na een HPV-vaccinatie, maar dat wil niet zeggen dat het door de vaccinatie komt. In landen waar de vaccinatie al is ingevoerd, zoals Amerika, zijn er geen meisjes ernstig ziek geworden door de prikken.

 

Als we kijken naar de Vaccine Adverse Event Reporting System (VAERS) rapportages uit de V.S. dan zien we dat er wel degelijk dit soort reacties worden gemeld. De Centers for Disease Control and Prevention (CDC )heeft op 21 oktober 2008 een rapport[1] uitgebracht waarin wordt gemeld dat er sinds de introductie van Gardasil in 2006 10.326 rapportages zijn gedaan via VAERS. Hiervan heeft 6 % betrekking op ernstige reacties, zoals 27 meldingen van sterfgevallen, gevallen van het Guillain-Barré Syndrome (een soort van verlamming), bloedstolsels in hart, longen en benen.

 

In dit rapport stelt de CDC dat op basis van de huidige gegevens Gardasil veilig is in het gebruik.

 

Het National Vaccine Information Centre (NVIC) heeft de CDC en FDA opgeroepen bekend te maken wie betrokken zijn geweest bij de onderzoeken die hebben geleid tot de conclusie dat Gardasil veilig is en hoe dat is onderzocht. Bevreemdend is het dan op zijn minst te noemen dat deze instanties vooralsnog weigeren hier inzage in te geven.

 

 

De ernstige reacties zouden wat ons betreft eenvoudig zijn te verklaren uit de samenstelling van de vaccins. Cervarix is samengesteld met een nieuw adjuvans, AS04. Dit adjuvans is uitgekozen om te garanderen, dat Cervarix bij vrouwen een sterke en langdurige reactie van het immuunsysteem oproept. Het is een combinatie van 0,5 milligram aluminiumhydroxide en 50 microgram gezuiverd lipide-derivaat uit Salmonella Minnesota (3-O-desacyl-4’- monofosforyllipide A (MPL)3, geadsorbeerd op gehydrateerd aluminiumhydroxide (Al(OH)3.

 

Aluminium behoort tot de lichte metalen. Het is echter wel een toxisch, of te wel een giftig metaal, vooral voor het zenuwstelsel. De concentratie van het aluminium in Cervarix is 36.000 maal hoger dan de Amerikaanse FDA veilig acht voor vloeistoffen die worden geïnjecteerd. Aangetoond is dat Aluminium gedrag- en geheugenstoornissen geeft die een gevolg zijn van de dood van motorneuronen in dieren bij een dosis van 10 – 11 microgram/kg. Vaccinatie met Cervarix zal bij 11 jaar oude meisjes gemiddeld een belasting geven van ongeveer 34 microgram/kg! Neurologische bijwerkingen zijn dan ook te verwachten..

 

Download hier het pdf document met deze antwoorden